Wissels en wisselbediening
De wissels zijn van Marklin/Hubner. Driewegwissel 59091 en gewone wissels 59087. De aandrijving gebeurt ondergronds met Tortoise motoren. Er is bewust gekozen voor wissels met een ruime boogstraal (1394mm) om te kunnen rijden met realistische haakkoppelingen. Station Gefrees heeft 2 identieke wisselcomplexen, bestaande uit telkens 4 wissels, waarvan er 2 zijn samengevoegd tot een 3-wegwissel. Voor de bediening kon gekozen worden voor 4 individuele schakelaars, om zo de 4 wissels (de 3-wegsissel bestaat eigenlijk uit 2 in elkaar verstrengelde gewone wissels) afzonderlijk te kunnen bedienen, maar is dit wel nodig... Kijk op het schema hieronder. Spoortechnisch is het evident dat het bv. niet mogelijk is dat de paarse wissel op rechtdoor staat terwijl de 3-wegwissel in de linkse afbuigende stand staat. Bij dergelijke situatie zou een van beneden komende trein op het middenspoor immers de paarse wissel openrijden. Het is dus zo dat de linkerstand van de oranje 3-wegwissel moet gekoppeld zijn aan de stand van de paarse wissel, en de rechtse stand van de 3-wegwissel aan de stand van de groene wissel. Anders gezegd bepaalt de stand van de 3-wegwissel de standen van de groene en paarse enkele wissels.> Daar het spoortechnisch evenzeer zinloos is dat de beide wissels van de 3-wegwissel gelijktijdig in de afgebogen stand kunnen staan (en dit kan tevens electrische problemen geven) wordt er voor gezorgd dat voor het hele complex van 4 wissels (4 wisselmotoren) slechts 3 situaties mogelijk zijn. Deze situatie wordt praktisch gerealiseerd door één schakelaar met 3 standen, waarmee de stand van de 3-wegwissel wordt gesteld, en waarmee ineens ook de standen van de paarse en groene wissel worden aangepast.
Er wordt een aansturing gemaakt via een draaischakelaar met 3 standen en 12 aansluitingen (4 x 3-standenschakeling) voor de 3-wegwissel die beide wisselmotoren aanstuurt (Tortoise). De wisselmotoren van de paarse en groene wissel zijn rechtstreeks verbonden met de contacten van de motoren van de oranje wissel. Er is dus slechts één bedieningsknop voor de aansturing van het hele wisselcomplex. De Tortoise motoren bevatten zelf de nodige schakelingen om de polarisatie van de hartstukken van de wissels te realiseren. De 4 contacten van de schakelaar zijn verbonden met de 4 aansluitdraden van de beide wisselmotoren. Tortoises hebben slechts 2 draden voor de aansturing, en de polarisatie (gelijkstroom!) van de draden bepaalt naar welke kant de motor uitslaat. Op de 12 contacten rondom wordt dus + of - spanning gevoed naargelang de stand die de wissel moet aannemen. Contact 1 & 2 zijn voor motor 1, contact 3 & 4 zijn voor motor 2. Laten we er van uitgaan dat +/- polarisatie van contact 1/2 of 3/4 de wissel op rechtdoor zet. In tabelvorm wordt het aansluitschema dan (Rood=Recht, Groen= Gebogen):
De 12 gekleurde cellen komen overeen met de 12 aansluitingen 1 tot 12 rondom de schakelaar. Stand van zakenFebruari 2011: De bouw van de modules is aan de gang. Railmateriaal is voorradig en ook de wisselmotoren liggen reeds klaar.
|